AFSCHEID
We hebben samen veel verschrikkelijke hoogtepunten, maar ook veel fijne dieptepunten gekend.
Er waren tijden dat ik je ronduit haatte, en dan negeerde ik je volkomen. Ik deed alsof je niet bestond. Ik was zó gemeen tegen je, en toch stond je dag en nacht voor me klaar.
En nu ben je er niet meer…
Ik wist altijd waar je was, kon altijd van je op aan.
Je bracht me goed nieuws, en je bracht me slecht nieuws. Je was altijd eerlijk, en dat was niet altijd makkelijk voor je. Ook niet voor mij, maar ik weet dat je niet anders kon.
Je vond dat ik het moest weten.
Hoe graag ik je deskundigheid ook wel eens in twijfel wilde trekken, je bleek 100% betrouwbaar. We waren verbonden met elkaar, onafscheidelijk.
Iedere ochtend en vaak ook iedere avond kwam ik even bij je langs.
(En heel soms ook nog wel eens ’s middags)
Vanmorgen ben je, na een zwaar en intensief leven, er stilletjes mee opgehouden.
Je deed een laatste poging, maar toen je zei ‘tweeënveertig komma drie’ wist ik meteen dat het foute boel was. Ik zag een paar laatste sputterende streepjes, en toen niets meer…
Reanimatie mocht niet meer baten, je hebt het niet gered. En ik heb je laten gaan, dankbaar voor onze bijzondere band.
Het is goed zo.
In zeer besloten kring heb ik in mijn eentje afscheid van je genomen, een korte ceremonie en toen húp de kliko in.
Om je onvervangbaar te noemen is een beetje overdreven, en ik kon eerlijk gezegd ook niet wachten om je te vervangen.
Dus ben ik meteen na de ceremonie naar de Mediamarkt gefietst, en ik heb nu een veel mooiere dan jij was!
En ach, who cares als ‘ie een onsje minder eerlijk is, mijn nieuwe weegschaal?
(Wordt vervolgd)